Schaatsen op het adembenemend mooie Zweedse Runn meer

Als echte schaatsfanaat heb ik uiteraard al vaak op het ijs gestaan, in zowel ijshallen als op natuurijs. Schaatsen op rivieren en grachten in Friesland is natuurlijk al geweldig, maar schaatsen in de Zweedse natuur is fascinerend.

Walhalla voor schaatsers: Runn

In Falun, dat ligt in Midden-Zweden in de regio Dalarna, is het enorme Runn meer te vinden. Dit meer is tientallen kilometers lang en ligt tussen de steden Falun en Borlänge. Het Runn meer is in de winter bijzonder lang bevroren. Er kan vaak worden geschaatst tot begin april doordat het ijs dik genoeg is. Bijzonder aan dit meer is dat het goed wordt schoongemaakt, iets wat lang niet overal in Zweden wordt gedaan. Met speciale machines maken ze het ijs bijna dagelijks schoon. Dat is een behoorlijke klus aangezien de verschillende routes samen ongeveer 50 kilometer lang zijn.

De omgeving van het meer is prachtig. Falun ligt op slechts 2,5 uren (wat in Zweden weinig is) van vliegveld Arlanda en is makkelijk te bereiken met de trein en auto. Dit zijn dan ook redenen waarom jaarlijks grote groepen Nederlanders naar dit meer komen om te schaatsen. De alternatieve Elfstedentocht wordt ook regelmatig op het Runn meer georganiseerd omdat het in Nederland te warm is. Begin februari vindt er de Runn Winter Week plaats, een week vol met toertochten, wedstrijden en andere activiteiten.

Op vrijdag 4 maart ging ik met Elske en Sjoerd, vrienden uit Nederland, vanuit Uppsala met de trein naar Falun. De treinreis duurde ongeveer 1 uur en 50 minuten en was heel goedkoop: €8 enkeltje. Vanaf het station in Falun liepen we richting de schaatsverhuur bij het Runn meer in de buurt. Het verhuurbedrijf, Runn Sjöbad genaamd, bleek overigens lastig vindbaar te zijn. Op de website stond het woonadres van de eigenaren. Niet echt slim! Na een belletje met de vriendelijke eigenaresse kwamen we tot de ontdekking dat het bedrijf op een hele andere plek lag.

Niet veel later kwamen we bij het bedrijf aan waar de eigenaresse ons verwelkomde. Al snel vertelde ze dat er in de winter veel Nederlanders op het meer schaatsen. De enige schaatsen die dit verhuurbedrijf verhuurde waren Zandstra klapschaatsen uit Friesland. Best wel bijzonder! Ik had nog nooit op klapschaatsen gestaan. Gelukkig viel het reuze mee. Goedkoop waren de schaatsen niet echt: €16 voor 4 uren. De eigenaresse gaf ons ook gratis veiligheidsuitrusting mee, bestaande uit een fluitje en ijspriemen (een soort prikpen).

Op avontuur op het Zweedse natuurijs

Vanaf Runn Sjöbad is het slechts enkele meters afstand tot het meer waar je direct op de schoongemaakte schaatsbaan stapt. Ideaal! Het ijs was bijzonder dik. Wel lag er een dun laagje sneeuw over de ijsbaan. Dit maakte het extra moeilijk om scheuren te zien, al konden we ze meestal wel ontwijken. Helaas hadden we niet de beste weersomstandigheden tijdens onze schaatstocht. Toch besloten we te gaan schaatsen. We zagen meerdere mensen op het ijs in de verte.

Uiteindelijk ging het schaatsen prima. Het sneeuwde af en toe. Allereerst besloten we een vrij korte route af te leggen. Dit ging veel sneller dan gedacht. Daarom namen we de lange route van in totaal 20 kilometer. Onderweg kwamen we vrijwel niemand tegen, behalve een groepje Nederlanders. Als stadsmens moest ik wel even wennen aan de rust en de leegte tijdens de tocht. De vergezichten waren adembenemend mooi. Af en toe kwamen we langs rotsachtige eilandjes en raakten we kort verdwaald. Gelukkig vonden we snel de route terug richting Falun. Ondanks dat we 20 kilometer hadden geschaatst, waren we niet echt moe. We besloten om Falun zelf nog even te verkennen. Voor wat we gezien hebben lijkt het een sfeervol stadje.

Eerlijk gezegd denk ik dat woorden niet alleen kunnen omschrijven hoe indrukwekkend schaatsen in Zweden is. Daarom hier een fotoserie van de hoogtepunten van de schaatstocht op het Runn meer.

Couchsurfing in Tallinn: een warm onthaal

Tijd voor een nieuwe blog! Tussen het studeren door is het wel even fijn om af en toe geen academische teksten te schrijven. Even weg van de theorieën. Deze nieuwste blog gaat over Tallinn.

Enkele dagen voor Kerst in 2015 bezocht ik de Estse hoofdstad. Op de vroege ochtend van 21 december vloog ik van Stockholm naar Helsinki, waar ik eerst een aantal uren verbleef. Later op de middag nam ik de Eckerö Line ferry vanuit Helsinki naar Tallinn. De overtocht duurde slechts twee uren. Het was een onstuimige overtocht met veel hoge golven. Op een gegeven moment verschenen de lichtjes van de Estse kust aan de horizon. Niet veel later volgde de imponerende skyline van Tallinn, met oude kerktorens en moderne kantoorgebouwen en hotels.

In de haven van Tallinn werd ik opgewacht door mijn Couchsurfing host Irina, die mij met de taxi (die overigens spotgoedkoop was) naar haar appartement reed om mijn spullen achter te laten. Irina en haar man, Yevgeni, wonen in een ruim appartement in het zakendistrict van de stad, tussen de hoge torens en de drukte van deze relatief kleine stad. Irina zelf is afkomstig uit Rusland, maar heeft een groot deel van haar leven in andere landen gewoond, zoals Canada en Estland. Irina had mijn oproep op Couchsurfing.com gezien en nodigde mij uit om te overnachten bij haar en haar man. Super aardig natuurlijk! Yevgeni komt ook uit Rusland, maar groeide op in Tallinn. Als ‘locals’ hebben ze werkelijk hun best gedaan om in korte tijd een positieve indruk achter te laten. Ondanks mijn korte bezoek heb ik veel gezien en veel te vertellen over Tallinn.

Maar eerst even over Estland…

Estland heeft een grote Russische populatie. Dat is ook goed te merken als je in Tallinn bent. Vaak hoor je de Russische taal op straat. Ook staat er een grote Russische kathedraal in het centrum. Her en der kwam ik grote groepen Russen tegen. Niet zo gek ook: Rusland ligt naast Estland.

Ik heb mij laten vertellen dat in Tallinn ongeveer 37% van de bevolking Russische roots heeft, maar daarvan heeft een meerderheid wel de Estse nationaliteit. Etnische Esten vormen met 55% de grootste groep inwoners van het kleine land. Estland is heel dunbevolkt en heeft slechts een kleine 1,3 miljoen inwoners. Het land is nagenoeg net zo groot als Nederland wat oppervlakte betreft. Even ter vergelijking: Nederland heeft bijna 17 miljoen inwoners op een soortgelijk oppervlakte. Ook handig om te weten: in Estland hebben ze ook de euro.

De Deense stad?

Tallinn is verreweg de grootste stad van Estland. Daarnaast is het de hoofdstad. Er wonen ongeveer 440.000 mensen in het stedelijke gebied. De stad is dan ook niet bijzonder groot, maar wel behoorlijk uitgestrekt. Het oude centrum, genaamd Vanalinn, is compact en je kunt in een paar uurtjes gemakkelijk het grootste deel bezichtigen.

De Estse geschiedenis is zeer ingewikkeld. Ik heb mij laten vertellen dat de stad ooit is opgericht door Denen. De naam Tallinn betekent dan ook ‘Deense stad’ of ‘Stad der Denen’. Estland is eigenlijk pas sinds 1991 een onafhankelijk land. Daarvoor was het land onder heerschappij van onder andere de Denen, Duitsers, Zweden en Russen. In 2004 trad het land toe tot de Europese Unie en opende het nieuwe mogelijkheden om te ontwikkelen. Tallinn oogt dan ook als een stad dat aan het ontwikkelen is. Overal worden gebouwen opgeknapt.

Terug naar de middeleeuwen in Vanalinn

Vanalinn is een van de best bewaarde middeleeuwse binnensteden van Europa of zelfs de wereld. Sinds 1997 staat de oude stad op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Tallinn ligt aan de kust bij de Baltische Zee en was in het verleden een levendige handelsstad. Irina vertelde mij dat Tallinn ook tot het rijtje van Hanzesteden behoort, net zoals bijvoorbeeld Groningen en Hamburg. Dit verbaasde mij. Vandaag de dag komen er vooral enorme cruiseschepen en veerboten in de haven. Het rijke verleden van Tallinn als Hanzestad is goed te zien aan de oude gebouwen. Kijkend naar de gevels vallen veel kleine details op. De oude stad is goed onderhouden, al staan er hier en daar nog wat vervallen gebouwen die wachten op een opknapbeurt. Er zijn nagenoeg geen moderne gebouwen in Vanalinn te vinden.

In Vanalinn staan prachtige gebouwen uit de 13e en 14e eeuw. Ook is er een oude stadsmuur te vinden. Je kunt duidelijk invloeden van verschillende landen zien. Sommige kerken ogen nogal Zweeds. Andere gebouwen ogen weer Deens, Duits of Russisch. Het is een mengelmoes van stijlen, maar het past wel allemaal mooi bij elkaar. Het maakt de stad extra interessant. Vanalinn op de kaart lijkt net op een doolhof, al is is verdwalen er lastig omdat het niet zo groot is.

Vanalinn bestaat uit een hoger en lager gelegen gedeelte. In het lagere gedeelte is het grote plein, Raekoja plats, te vinden. Raekoja plats betekent stadhuisplein. Het stadhuis is het oudste stadhuis van de Baltische Staten en Scandinavië. Het indrukwekkende gebouw heeft een torentje die bijna 37 meter hoog is. In de kelder van dit gebouw bevindt zich een fantastisch restaurantje in middeleeuwse stijlen, genaamd Old Hansa. Ik heb er snel een kijkje genomen met Irina. Het zag er heel knus uit. Irina vertelde dat er geen elektriciteit wordt gebruikt en dat alles op middeleeuwse manieren wordt gedaan. Ik wil hier zeker nog een keertje eten. In de straten rondom het oude plein zijn veel knusse cafeetjes en restaurants te vinden, vaak met verwijzingen naar de middeleeuwen.

Toompea, Tallin’s hoogtepunt

Het andere gedeelte van het oude centrum van Tallinn ligt op een heuvel en heet Toompea. Dit is wat mij betreft het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van de stad. Hier zijn meerdere plekken te vinden waar je een geweldig uitzicht hebt over het oude gedeelte van de stad en met de zee in de verte. Het Kohtuotsa uitzichtpunt is zeker de moeite waard. Hier heb je uitzicht over de oude stad met daarachter de moderne skyline.

Nog een aanrader is het Patkuli uitzichtpunt. Je kunt hier komen via een hoge trap bij de stadsmuur of via de de normale routes naar het hoger gelegen gedeelte.

In Toompea zijn ook een aantal souvenirshops te vinden. Ook ligt het parlement van Estland (Riigikogu) op deze heuvel, net als de indrukwekkende Russische Kathedraal van Alexander Nevski. Het is zeker aan te raden van de hoofdstraten af te gaan. Er zijn meerdere smalle straatjes waar weinig toeristen komen en die misschien nog wel mooier zijn dan de hoofdroutes. Lühike jalg is een typisch voorbeeld hiervan.

Yevgeni liet me nog een ‘hidden place’ van Tallinn zien. Het was een heuse zoektocht om de naam van die café terug te vinden op internet, maar ik heb het gevonden: Kohvik Dannebrog Cafe. Dit café bevindt zich bij de Tuin van de Deense koning op de oude stadsmuur. Om in het café te komen moet je een hele steile trap nemen en over een balkon lopen. Op dit lange balkon staan stoelen en tafels waar je rustig kunt zitten met een heerlijk kopje koffie of een gebakje. Het mooiste hier is toch wel het adembenemende uitzicht over de stad. Ook al was het winter, de stad oogde kleurrijk en sfeervol. Ik moet toegeven: het café is niet goedkoop voor Estse begrippen, maar absoluut de moeite waard.

Kadriorg: waar oud en nieuw elkaar ontmoeten

Net buiten Vanalinn liggen uitgestrekte wijken die meer het hedendaagse Estland laten zien. Hier en daar staan moderne gebouwen, maar ook vervallen houten of stenen panden. Yevgeni nam mij mee naar Kardriog. Dit is een district net buiten het centrum en het zakendistrict. Het is een hele bijzondere buurt waar nieuwe en oude bouwstijlen elkaar afwisselen. In Kadriorg staan prachtige opgeknapte villa’s en kleine houten en stenen huisjes. Het is een opvallend groene wijk met veel bomen en grote tuinen. In deze gewilde buurt staan echter ook gebouwen die wel een opknapbeurt kunnen gebruiken. Kadriorg ligt dicht bij de baai. Ook is het Kadriorgpaleis er te vinden, net als de ambtswoning van de Estse president.

Ik vond het interessant dit gedeelte van de stad te bezoeken. Yevgeni wilde de minder ontwikkelde kant van Tallinn ook laten zien en nam mij mee naar een gebied niet ver van het paleis vandaan. Hier zag je de skyline van de oude buitenwijken met veel flats, ook wel ‘commieblocks’ genoemd. Hier groeide Yevgeni op in armoede. Hij vertelde mij dat hij hard heeft gewerkt om succesvol te worden, wat is gelukt.

Hedendaags Tallinn

Tussen Vanalinn en Kadriorg ligt het moderne centrum van Tallinn, met hoge torens, kantoren, hotels, restaurants en grote winkelcentra. Het is zeker de moeite waard om dit gedeelte te bezoeken. Je krijgt een hele andere indruk van Tallinn. Het contrast tussen de oude stad en het moderne centrum is indrukwekkend. Voor een kleine stad is dit moderne zakencentrum behoorlijk stedelijk en groots. Het moderne gedeelte ligt verspreid over kleinere de kleine stadsdelen Kompassi, Sadama, Raua, Torupilli, Maakri en Südalinn. Helaas heb ik geen foto’s gemaakt in dit district.

Kort bezoek, veel indrukken

Ondanks het korte bezoek aan Tallinn, heb ik veel van de stad kunnen zijn. Mijn Couchsurfing locals hebben me bijna ieder hoekje van de stad laten zien en ik ben ze dankbaar voor alle gezellige gesprekken en waarvolle informatie. Als bedankje had ik een fles Zweedse glögg meegenomen voor Irina en Yevgeni. Via Couchsurfing.com kreeg ik te horen dat ze het heerlijk vonden.

Tallinn heeft me zeker verrast, op een positieve manier. Ik wil zeker nog een keertje terug in de zomer om te zien hoe anders de stad is in vergelijking met de winter. Tallinn is wat mij betreft echt een aanrader voor een stedentrip.

Vanuit het moderne district, waar Irina en Yevgeni wonen, nam ik een taxi naar Lennart Meri Tallinn Airport, het vliegveld van de stad. De taxi was wederom spotgoedkoop (€6 of €7 voor een enkeltje). Het vliegveld ligt slechts enkele kilometers buiten het moderne district en het centrum en is makkelijk bereikbaar met een taxi. Bussen zijn er natuurlijk ook, maar die heb ik niet gebruikt. Het vliegveld is overigens vrij modern, overzichtelijk en niet groot. Ik vloog met Adria Airways binnen 2,5 uren terug naar Schiphol. De hele reis verliep gelukkig soepel, ondanks de drukte voor Kerst.

Waarom Göteborg wel een bezoekje waard is

Ik moet eerlijk bekennen dat ik het soms wel lastig vind om de naam van deze stad uit te spreken als ik in Nederland ben. Moet ik Geutenborg zeggen, of klinkt Gothenburg beter? Of gewoon de Zweedse manier Göteborg (uitgesproken als Jeuteborj)? Kennelijk was deze naam niet alleen onder Nederlanders lastig om uit te spreken en is het dan ook de enige Zweedse stad met een Engelse benaming. Hoe dan ook, in deze blog kies ik voor het gemak voor de Zweedse naam: Göteborg.

In de afgelopen jaren heb ik veel van Zweden gezien, van Skåne in het uiterste zuiden, tot Lapland, het noordelijkste stukje Zweden. Maar nog nooit bracht ik een bezoek aan de tweede stad van het land. Ik had veel goede verhalen over Göteborg gehoord. Vooral dat het kleinschaliger is dan Stockholm, dat het minder hectisch is en het daardoor gemoedelijker voelt, en dat de mensen er vriendelijker zijn in vergelijking met Stockholm. Met deze ideeën in mijn hoofd bracht ik een bezoek aan Göteborg, ook omdat Madeleine, een Zweedse vriendin van mij, tijdens de zomer naar deze stad was verhuisd.

Op 20 november nam ik de bus vanuit Stockholm naar Göteborg. Een hele lange busrit van meer dan zes uren, al viel het eigenlijk reuze mee. Onderweg zag ik het eerste sneeuwlaagje bij Linköping en Jönköping, maar Göteborg was helemaal sneeuwvrij. Toch voelde het er echt winters aan aangezien het -2 °C overdag was en er een koude wind stond. Heerlijk!

Julmarknad in Liseberg

Op zaterdag 21 november ging ik met Madeleine naar Liseberg. Dit is het attractiepark van Göteborg dat op loopafstand van het centrum ligt. In Liseberg was de jaarlijkse kerstmarkt net begonnen. Reden genoeg om hier een middagje rond te lopen om alvast in de kerststemming te komen.

Liseberg heeft speciale openingsdagen en tijden voor de kerstmarkt (Julmarknad in Zweeds). Wij bezochten de kerstmarkt in de middag van zaterdag 21 november. De toegang kost 95 Zweedse kronen (iets meer dan 10 euro). Dicht bij de ingang van het park bevindt zich een knus straatje met houten gebouwtjes waarin winkels te vinden zijn die volledig zijn gericht op het kerstfeest. Je vindt er vooral accessoires, zoals kopjes, borden, lampjes, kerstversieringen en andere decoraties, kerstmannen en meer. Net om de hoek ligt de hoofdstraat van de markt waar veel marktkraampjes te vinden zijn waar verschillende producten worden verkocht. In het park zijn vijf markten met verschillende thema’s, van middeleeuws tot hedendaags design. Alle markten leggen de nadruk op de feestdagen.

In de Lapland markt is een groot kampvuur te vinden. Gezien de temperatuur van -2 °C, was dit zeker geen overbodige luxe. Mijn tenen waren bijna bevroren door de kou. Ondanks de kou lag er geen echte sneeuw. Kunstsneeuw overal zorgde toch voor een winters sfeertje. Bij de marktkraampjes kwamen we van alles tegen, maar vooral veel zoetigheden: snoepjes, koekjes en drankjes. In de design markt zijn veel accessoires te vinden voor kerst. De middeleeuwse markt stond in het teken van handgemaakte producten. Ook bezochten we het huis van de kerstman (jultomten in Zweeds). In het park staat een hoge toren met verlichting in de vorm van een enorme kerstboom. Deze kerstboom steekt hoog boven de stad uit. Best wel indrukwekkend!

Bij meerdere kraampjes op de kerstmarkt verkochten ze glögg. Dit is een Zweedse versie van glühwein. Glögg is in Zweden heel populair tijdens het winterseizoen. Je ziet het overal in supermarkten. Glögg is niet compleet zonder pepperkakor. Dit zijn koekjes in de vorm van een hart en ze hebben veel weg van Nederlandse speculaaskoekjes.

Persoonlijk vond ik de kerstmarkt zeker de moeite waard. Ik hoop er in de toekomst nog een keertje naartoe te gaan.

Het centrum van Göteborg

Na een gezellig avondje met een verjaardagsfeestje bij Järntorget in de buurt (het uitgaansgebied van Göteborg) was het de volgende ochtend tijd om het centrum van Göteborg te verkennen. Ondanks dat het een grijze zondag was, was het behoorlijk druk in de winkelstraten van het centrum. Ik besloot een minder drukke route te lopen. De wandeling ging vooral door het oude gedeelte van de stad, wat ook wel ‘Inom Vallgraven’ wordt genoemd.

De wandeling begon bij het plein voor het stadhuis. Naast dit plein ligt een prachtig kanaal dat ooit door Nederlanders is ontworpen en aangelegd. Weetje: Ooit gold de Nederlandse wet in Göteborg en was de taal er Nederlands. Best wel gek toch?! De architectuur in dit gebied is indrukwekkend. Er zijn veel statige gebouwen te vinden met verschillende kleuren.

Even verder ligt Vasastan. Dit is misschien wel het mooiste stadsdeel van Göteborg. Er staan veel imposante gebouwen met bijzondere soorten architectuur. Opvallend is vooral dat veel panden een torentje hebben en dat de gevels veel details bevatten. Vasastan lijkt heel anders dan de bebouwing in Inom Vallgraven, vooral doordat er veel donkere bakstenen zijn gebruikt.

Niet ver van Vasastan ligt Avenyn, een van de grootste en belangrijkste straten in het centrum. Bepaalde delen van deze straat zijn prachtig, maar er is ook oerlelijke architectuur te vinden. In het verlengde van Avenyn ligt Östra Hamngatan, een fraaie winkelstraat die richting het stadhuis loopt.

Ik besloot om vervolgens naar Haga te lopen. Haga is een prachtig oud stukje Göteborg waar veel houten gebouwtjes dicht op elkaar staan. Opvallend is dat bijna alle daken hier roodkleurig zijn. Haga is waar de toeristen zijn te vinden. De hoofdstraat van Haga heet Haga Nygata. Hier zijn veel knusse cafés en restaurants te vinden, maar ook kleine winkeltjes en er is regelmatig een markt te vinden.

Tijdens mijn bezoek was er een gezellige kerstmarkt gaande in Haga. Met Madeleine sprak ik af in het café Caféva. Wat mij betreft is dit café zeker een aanrader. Heerlijke koffie en veel verschillende soorten gebakjes hebben ze daar. Het prijsniveau van dit café is gemiddeld voor Zweedse begrippen.

Op een paar minuten loopafstand van Caféva ligt de heuvel Risåsberget. Wanneer het mooi weer is is het zeker aan te raden deze heuvel te beklimmen. Je hebt vanaf de top een prachtig uitzicht over Haga en de rest van de stad. Hier bevindt zich ook een oud torentje, genaamd Skansen Kronan.

Na mijn bezoek aan Haga was het helaas tijd om afscheid te nemen van Madeleine en Göteborg. Ik had veel goede verhalen over Göteborg gehoord en achteraf gezien ben ik ook heel enthousiast geworden over deze stad. Ik ga zeker nog een keertje terug. Misschien in de lente of zomer. Wie weet komt er nog een blog over Göteborg in de toekomst!

Terug in Zweden en volop winter in Uppsala

Na een heerlijke break te hebben gehad in Nederland, vloog ik op 5 januari terug naar Zweden. En ja hoor… de winter was eindelijk echt begonnen. Er lag aanzienlijk meer sneeuw in vergelijking met voor Kerst. Zoals jullie misschien wel weten, ben ik een echte liefhebber van strenge winters met veel sneeuw en lage temperaturen. Het contrast met de zomer is groot. Het pak sneeuw maakt de stad compleet anders. De levendigheid van de zomer is helemaal verdwenen op straat en de mensen zitten gezellig binnen met kaarsjes en sfeerverlichting. Gelukkig worden de dagen weer langer, al duurt de winter nog wel even. Helaas is het nog niet gelukt om een nieuwe kamer in de stad te vinden, dus moet ik iedere dag nog 13 kilometer fietsen van huis naar school en weer terug. Gelukkig worden de fietspaden nog steeds dagelijks schoongemaakt.

Hier een aantal foto’s van de afgelopen weken.

Even terug in Nederland

Tijdens Kerst en Oud en Nieuw verbleef ik bij mijn ouders in Dokkum om de feestdagen met mijn familie te vieren. Ik heb in deze periode ook vrienden opgezocht en een tripje naar Amsterdam gemaakt. Verder was het een rustige periode tussen alle drukte van de studie. Begin januari moest ik direct weer blokken voor een Quantitative Methods examen. Helaas was het weer in Nederland niet bepaald winters, in tegenstelling tot Zweden. Ik kreeg te horen dat in Uppsala de temperaturen overdag tot -13 daalden.

Ik heb een lading snoep uit Finland en Zweden mee naar huis genomen voor mijn familie. Salmiakki uit Finland is ontzettend lekker. Dit is een chocoladereep met drop erin. Sommige mensen vinden het smerig, sommige mensen vinden het heerlijk. Probeer het eens, zou ik zeggen! Salmiakki is in Zweedse en Finse supermarkten verkrijgbaar.

Zoals gewoonlijk, hier weer een aantal foto’s van de afgelopen weken.